katja slachtofferhulp

Katja (Slachtofferhulp): “Ik gun veel meer slachtoffers en daders dit gesprek”

16-11-2020

Katja Nijland werkt als psychosociaal adviseur bij Slachtofferhulp Nederland. Voorheen stond ze jarenlang als casemanager slachtoffers en nabestaanden van ernstige gewelds- en zedenzaken en levensdelicten bij. “Bij de bemiddelingsgesprekken waar ik bij was, zag ik iedere keer twee mensen die op zoek waren naar herstel.” 



Het onderwerp herstelbemiddeling bracht Katja in principe in alle zaken ter sprake. “Ik vind dat slachtoffers de keuze moeten hebben. Ik noemde het niet direct tijdens het eerste gesprek, soms pas na een paar gesprekken. Maar uiteindelijk komt het altijd aan bod. Ik heb daar wel een ontwikkeling in gemaakt. In het begin was mijn enige perspectief het verhaal wat het slachtoffer vertelde. In de loop der jaren is dat  perspectief verbreed naar ook dat van de dader. Je kunt nooit de daad goedkeuren of begrijpen, maar je leert wel dat er soms veel  in het leven van de dader aan vooraf is gegaan. Ik heb echt leren kijken naar de mens achter de dader.”



“Het herstelproces bij een slachtoffer is heel hard werken. Het is niet alleen een kwestie van het verstrijken van de tijd. Herstellen is een werkwoord. Als je het slachtofferschap wil overstijgen moet je heel hard werken. En soms kan de keuze om in contact te komen met de dader daarbij helpen. Maar je moet het wel aandurven als slachtoffer.” 

Hoe maak jij herstelbemiddeling bespreekbaar? 

“Er is altijd wel een haakje te vinden in een gesprek met de slachtoffers of nabestaanden. Bijvoorbeeld boosheid, angst, vragen, missende puzzelstukjes die na een rechtszaak blijven. ‘Zou je iets met die boosheid doen, zou je daarmee aan de slag willen gaan?’ vraag ik dan. Om te kijken of de angst of boosheid blijven als ze de dader hebben gezien. En de vragen die je hebt, kun je soms alleen maar stellen aan de dader. Of ik zeg: ’Kijk eens op de website van Perspectief.’ Ik maak altijd duidelijk dat zij de keuze hebben. Je doet zelf een stap in herstel. Openstaan voor een bemiddelingsgesprek doet niets af aan de ernst van het delict of aan de schade die je hebt geleden. Het kan je wel helpen om het delict en de gevolgen daarvan te integreren in je toekomst. “



Gewapende overval

“Bij mijn laatste zaak waarin ik de slachtoffers begeleidde tijdens het bemiddelingstraject, was het haakje makkelijk te vinden. Een echtpaar had een gewapende overval in hun huis meegemaakt. Het was een zeer gewelddadige gebeurtenis. Ik stond het echtpaar als casemanager bij. Je hebt een laatste gesprek na de strafprocedure en bespreekt bijvoorbeeld dat de dader met verlof gaat. En je elkaar dus tegen zou kunnen komen. Ik gaf mee wat ik hen gun. Ik gunde dat hun boosheid en angst  minder  zou worden. Voor hen was het vertrouwder om boos te blijven. De dader bleef een dreiging. Ze bleven onrust houden, steeds over hun schouder kijken. Daar ga je in over gesprek. Na het laatste gesprek belde de man nog af en toe. Over dat zijn vrouw heel anders omging met het delict en de gevolgen daarvan. En toen gaf hij aan dat hij benaderd was door een bemiddelaar van Perspectief om deel te nemen aan herstelbemiddeling  omdat de dader het initiatief had genomen vanuit de gevangenis.” 

Steunfiguur

’Oh ik gun jullie dat zo,’ was mijn reactie. Hij wilde dat ik hen bij zou staan tijdens het gesprek. Dat heb ik vaker gedaan, als steunfiguur. In eerste instantie wilde de vrouw niet bij het gesprek zijn. Ze was wel bij de voorbereidingen, dus ze wist wat er ging gebeuren. Uiteindelijk heeft zij ook actief bijgedragen aan het gesprek.” 

'Dit is wat me is overkomen, maar ik wil niet dat het me de rest van ons leven in de weg zit. Ik wil me weer op de toekomst richten.’
Slachtoffer gewapende overval



“Van tevoren had het echtpaar een aantal vragen. Heel feitelijk. Een aantal dingen waren onbevredigend na de rechtszaak. Maar de man wilde ook laten zien welke impact de overval had op hun leven. Het gezamenlijk gesprek is heel goed verlopen en was heel bijzonder. De antwoorden op de vragen werden gedurende het gesprek minder belangrijk. Het deed er niet meer toe wie het mes vast had bijvoorbeeld. De man zei: ‘Dit is wat me is overkomen, maar ik wil niet dat het me de rest van ons leven in de weg zit. Ik wil me weer op de toekomst richten.’ Hij wilde dat de dader niet meer zo centraal in zijn leven stond. Aan het eind van het gesprek zag je zijn houding veranderen. Bij beiden viel er een last van hun schouders.” 

Schaamte

“De vader van de dader was er ook bij. Hij zat vol schaamte over dat zijn zoon deze daden begaan had. Ook hij wilde van tevoren niks zeggen, maar brak toch tijdens het gesprek. Hij besefte dat hij een keuze had in wat hij de man kon meegeven. En toen kon hij ook echt openstaan voor het gesprek. Hij vertelde het echtpaar dat hij het heel erg vond en dat hij wilde doen wat hij kon voor hen. Toen zag ik de vrouw ook ontspannen.” 



“Je hoopt van tevoren dat dit gebeurt. Mooier dan dit had het niet kunnen zijn. Voor mij (weer) de  bevestiging dat herstelbemiddeling werkt. Elke keer zag ik dat het twee mensen zijn die in gesprek gaan met elkaar, die beiden zoeken naar hoe de gebeurtenis te integreren in de toekomst. Ik gun het elke dader en elk slachtoffer die stappen wil zetten in zijn of haar herstelproces. Zo prachtig. Je moet het eigenlijk als professional altijd noemen. Je plant een zaadje en je weet niet of en op welk moment dit zaadje kan groeien. Dat is aan de betrokkenen zelf…”