Nieuwsgierig naar de mens achter de gedetineerde
In de Nederlandse gevangenissen is steeds meer aandacht voor herstelgericht werken: o.a. naar het eigen netwerk, de samenleving én het slachtoffer. Drie professionals vertellen hoe zij, ieder vanuit hun eigen functie en persoonlijke insteek, met gedetineerden contact met het slachtoffer bespreekbaar maken: Eric Hansen (PI Dordrecht), Evert Kampert (PI Arnhem/Nieuwegein) en Theunis Veenstra (PI Veenhuizen).
“Als Penitentiair Inrichtingswerker (PIW’ er) was ik altijd al nieuwsgierig naar: waarom zit je hier? Waarom maak je nou zulke keuzes, joh? Hoe ben je hier terechtgekomen?” Aan het woord is Eric Hansen, re-integratiemedewerker in PI Dordrecht en sinds twee jaar aandachtsfunctionaris herstelgericht werken. “Het is heel uiteenlopend waarom mensen hier zitten. Het standaardbeeld van iemand die slecht is van binnen en die iets slecht doet, ja, die zijn er, maar anderen belanden in deze situatie terwijl ze daar helemaal niet voor gekozen hebben. Ze hebben de gevolgen niet overzien of handelen vanuit een stoornis.”
Tijdens een pilot meldt Eric een gedetineerde aan. “Ik heb het proces van A tot Z met toestemming van zowel slachtoffer als dader mogen aanschouwen. Bij hun gezamenlijke gesprek was alles in balans. De gedetineerde, met wie ik er later nog over sprak, had dat ook zo ervaren. Hij was gerustgesteld en is als een ander persoon teruggegaan naar de afdeling. En ook het slachtoffer, een meneer van in de tachtig, ging als een ander persoon het pand uit. Beiden hadden ze een tevreden en fijn gevoel over het hele proces.”
Hoe maak jij contact bespreekbaar?
“Eigenlijk gaat het om het creëren van veiligheid, waarbinnen je met elkaar dingen kunt bespreken, nog even los van wát je wil bespreken. Dat je laat zien dat je doet wat je zegt en zegt wat je doet. En al is de vraag maar: hoe ziet jouw thuissituatie eruit? Het sociaal netwerk van de gedetineerde, ik denk dat dat een mooie ingang is naar dit soort processen. En: PIW’ers hebben veel meer sleutels in handen, want het zijn vaak meesters in het leggen van contact. Daar moet je in investeren.”
Lees het volledige interview met Eric.
Evert Kampert is sinds drie jaar herstelconsulent in PI Arnhem en PI Nieuwegein. Gedetineerden kunnen via een verzoekbriefje een gesprek met hem aanvragen. “Zodra ik een briefje krijg, ga ik zo snel mogelijk naar die gedetineerde toe. Het is belangrijk dat je je afspraken nakomt, ‘put your money where the mouth is’. Het kan zijn dat iemand alleen een uurtje uit zijn cel wil kunnen zijn. Maar in dat uurtje stimuleer ik ze wel om tot bepaalde ideeën te komen, inzichten te verkrijgen: Wat maakt nou dat ik hier uiteindelijk terecht ben gekomen en hoe kan ik voorkomen dat ik dat weer doe?”
Hoe maak jij verder contact bespreekbaar?
“Soms wil iemand een gesprek om het ventieltje los te draaien, even de druk eraf. Ik haal het dan vaak zelf aan: ‘Ik zie dat de druk heel erg hoog ligt bij je, hoe komt dat? Slaap je slecht?’ En als hij slecht slaapt, vraag ik hoe dat komt. ‘Oh, dus je bent eigenlijk nog wel bezig met je zaak. Is dat omdat je slachtoffers hebt gemaakt of omdat je je zorgen maakt over je gezin?’”
“Interesse tonen in de mens achter de gedetineerde is heel belangrijk. Ik spreek ook alle gedetineerden aan bij hun voornaam en ik ouwehoer met iedereen. Dat scheelt ook, hè? Dat is investeren. Dat je benaderbaar bent, dat ze weten dat je er bent en waar je voor bent. Zo loop ik ook veel op de ring en op iedere afdeling heb ik, bij wijze van spreken, wel iemand waarmee ik bezig ben. Dan kom je ook in gesprek met andere gedetineerden en leg ik uit wat ik doe. Sommigen zeggen: ‘Oh, maar ik heb geen slachtoffers, hoor.’ En dan zeg ik: ‘Ooh, dan wil ik graag met jou in gesprek, want dan ben jij uniek!’ Met een grapje en een grolletje maak je contact. Het gaat erom dat je een ingang krijgt. En zodra ik zie dat ze me wat langer aankijken, ga ik erop in.“
Lees het volledige interview met Evert.
De eerste ervaring van Theunis Veenstra met herstelbemiddeling was naar aanleiding van een dodelijk verkeersongeval. Hij was toen nog dorpspredikant. Inmiddels is hij vijf jaar justitiepredikant in PI Veenhuizen. Hij heeft van dichtbij een bemiddelingstraject ervaren, waarin de gedetineerde uiteindelijk een brief schreef aan het slachtoffer.
Hoe herkende je de behoefte van de gedetineerde aan contact?
“Wat ik zag, was een gedetineerde die na een kerkdienst op zo'n manier in de kerkzaal nableef, dat ik met hem in gesprek ben gegaan en wel doorhad: hier speelt iets. Er was bij hem meteen al sprake van schaamte. En die schaamte uitte zich vooral naar zichzelf. Hij zei: “Theunis, in een dolle roes van de alcohol, stoerdoenerij en het spel, is er iets gebeurd. Ik ben enorm van mezelf geschrokken.’ Na een heel aantal gesprekken, heb ik tegen hem gezegd: ‘Hoe kom jij hier verder mee? Zou jij de schaamte die je naar jezelf voelt, vanuit een religieus perspectief naar God, ook willen uiten naar degene die het betreft? En hij zei: ‘Heel graag’.”
Wat is verder nog belangrijk?
“Werk multidisciplinair. Zit niet op je stoel als geestelijk verzorger van: ik kan dit het beste. Dat geldt ook voor andere functies. Maak het met elkáár bespreekbaar. Dat is ook belangrijk voor het natraject. Want als iemand zo'n bemiddelingstraject heeft gehad, is het niet afgelopen. Als geestelijk verzorger kun je deze mensen nog jaren later spreken. Ook is het belangrijk dat je aangeeft: er hoort ook moed bij om naar je delict te kijken, wat is er echt gebeurd? Vergeving kan niet zonder verzoening, maar vanuit onze achtergrond zijn we ook geroepen om te zeggen: het kan geen goedkope genade zijn. Er moet echt iets gebeuren. Dat houden wij die mannen ook voor.“
Lees het volledige interview met Theunis.
Bekijk ook de infographic die we speciaal voor gedetineerden gemaakt.