Nieuwsuur uitzending: contact met tbs’er

Contact tussen slachtoffers, nabestaanden en daders is iets wat onze bemiddelaars met regelmaat organiseren en inmiddels breder bekend is. Maar hoe gaat een ontmoeting als de dader een stoornis heeft? Is contact met een tbs’er ook mogelijk? En wat levert het beide partijen op? Nieuwsuur maakte er een reportage over die vrijdagavond 3 maart is uitgezonden.

In de reportage van Nieuwsuur komen de betrokkenen van twee bemiddelingstrajecten aan het woord. De dader en het slachtoffer vertellen voorafgaand aan de bemiddeling waarom ze het contact aan willen gaan. Na de bemiddeling delen ze voor de camera hoe het gesprek ging en wat het hen opleverde. Ook bemiddelaar Francis komt aan het woord in de uitzending. 

Perspectief Herstelbemiddeling is gewend ook met tbs’ers een bemiddeling te organiseren. Het verzoek tot bemiddeling kan vanuit een tbs-kliniek komen of vanuit de kant van een slachtoffer of nabestaande. De begeleider vanuit de tbs-kliniek is altijd nauw betrokken bij een bemiddeling.

Onderzoek

Nieuwsuur maakte de reportage naar aanleiding van een onderzoek door de (FPC) Dr. S. van Mesdag kliniek in Groningen en de (FPC) Oostvaarderskliniek in Almere. Afgelopen jaar verschenen de resultaten van onderzoek naar contact tussen slachtoffers en tbs-gestelden. Het onderzoek werd gepubliceerd in The International Journal of Restorative Justice. Onderzoeker en criminoloog Mariëtte van Denderen en hoogleraar Forensische Psychiatrie Michiel van der Wolf interviewden 16 slachtoffers, nabestaanden en tbs’ers. Uit het onderzoek blijkt dat contact tussen slachtoffers en tbs’ers voor beide positieve effecten kan hebben. Het kan bijdragen aan herstel met familieleden, het verwerken van het delict door het krijgen van antwoorden en een andere beeldvorming over de ander.

In bijna alle gevallen kan contact plaatsvinden, ook al heeft de dader een stoornis. Soms adviseert de tbs-kliniek om contact uit te stellen vanwege de stoornis van de tbs’er. Hij dient bijvoorbeeld eerst medicatie te krijgen. In bijna geen enkel geval is de stoornis van de tbs’er een reden om het contact niet door te laten gaan.

Timing belangrijk

Uit het onderzoek blijkt dat het contact gemiddeld 6 jaar na het delict plaatsvindt. Het is daarom van belang om het ook na een langere tijd nog onder de aandacht te brengen van slachtoffers en tbs’ers. Slachtoffers, nabestaanden en tbs’ers hebben soms jaren nodig om klaar te zijn om contact aan te gaan. Bijvoorbeeld omdat ze eerst zelf (meer) therapie willen hebben. De timing van het contact is belangrijk.

In veel gevallen waren het slachtoffer en de tbs’er eerst nog niet klaar voor een ontmoeting, maar pas op een later moment. Tbs’ers noemden als reden dat ze het delict eerst zelf moesten verwerken of geen contact met het slachtoffer durfden te vragen. Slachtoffers voelden het belang van contact pas na een tijd. Soms duurde het jaren voordat het slachtoffer en de tbs’er contact met elkaar wilden.

• Onderzoek naar contact tussen slachtoffers en tbs'ers
• Meer informatie over bemiddeling na een misdrijf
• Vragen over bemiddeling? Neem contact op.

De reportage in Nieuwsuur was te zien op vrijdag 3 maart op NPO2.